Aangekondigd onderzoek naar illegale adoptie maakt veel los

Op Schiphol komen drie stewardessen aan met weeskinderen (1972) HH/SPAARNESTAD PHOTO

GESCHREVEN DOOR
Helma Coolman en Ben Meindertsma
redacteur Binnenland
Adoptieouders en hun geadopteerde kinderen voelen zich sterk betrokken bij het aangekondigde onderzoek naar illegale adopties in de vorige eeuw. Ze willen dat de onderste steen boven komt. De belangenorganisaties zijn het over één ding eens: de rol van de Nederlandse overheid bij illegale adopties zou zo breed mogelijk moeten worden onderzocht.

Minister Dekker voor Rechtsbescherming zegt in een reactie dat hij open staat voor een gesprek met de betrokkenen. Hij kondigde vorige week een onafhankelijk onderzoek aan naar de rol van Nederlandse ambtenaren bij illegale adopties van kinderen uit het buitenland. Dekker zal nog een brief aan de Tweede Kamer sturen over de samenstelling van en de opdracht aan de onderzoekscommissie.

Het onderzoek vloeit voort uit de zaak van Patrick Noordoven, die in 1980 als baby illegaal werd gesmokkeld uit Brazilië. Door zijn verzoek om meer informatie stuitte het ministerie op tientallen zaken van kindersmokkel waarbij ambtenaren actief betrokken zouden zijn geweest.

Verhitte discussie
Volgens Sander Vlek van de Landelijke Vereniging van Adoptieouders is onderzoek naar alleen deze praktijken niet voldoende, het moet breder: “Elke keer wordt er een stoeptegel opgelicht van de adoptiepraktijken uit de jaren zeventig en tachtig, en vlamt de discussie over adoptie weer op. Nu is er een kans om het in één keer goed te doen, laten we die pakken.”

Hij verwacht dat grondig onderzoek kan helpen een einde te maken aan de discussie over adoptie, die volgens hem steeds feller wordt. “Op de internetfora zie je de felheid. Mensen luisteren niet naar elkaar en herhalen alleen hun eigen standpunten. Dat is schadelijk voor alle betrokkenen bij adoptie.”

Volgens hem “raakt het gezinnen diep” dat adoptieouders steeds vaker erop worden aangekeken dat ze een kind geadopteerd hebben. Hij hoopt dat grondig onderzoek voor eens en altijd duidelijk maakt wat er wel en niet goed is gegaan. “Ook moeten we toetsen of de huidige wetten en verdragen voorkomen dat dat nog eens kan gebeuren.”

Enorme behoefte
“We merken dat er onder geadopteerden een enorme behoefte is om meer te weten over de rol van de Nederlandse overheid bij illegale adopties”, stelt Hans van Hooff van het Fiom, het Nederlandse kenniscentrum dat jaarlijks honderden geadopteerden ondersteunt bij hun zoektocht naar biologische verwanten. De onderzoeksopdracht is nog niet bekend, maar het onderzoek lijkt zich vooral te richten op ambtenaren die actief meewerkten of een oogje dichtknepen in vijf verschillende landen.

Van Hooff hoopt dat het onderzoek breder wordt: “In hoeverre was Nederland een goede toezichthouder? Hebben ze actief gecontroleerd bij bemiddelingsorganisaties waar zaken fouten zijn gegaan?” Hij wil dat ook andere landen worden meegenomen in de opzet.

Inez Teurlings had het boek al gesloten

Inez Teurlings uit Andelst is in 1974 geadopteerd uit Bangladesh. Net als Brazilië is dat een herkomstland dat de onderzoekscommissie van minister Dekker onder de loep gaat nemen. Twee keer heeft ze een poging gedaan haar moeder te vinden, twee keer tevergeefs. “Ik had er vrede mee: ik heb veel kansen gehad en heb lieve ouders.” Nu er een onderzoek komt naar adopties uit haar land van herkomst maakt haar dat onrustig.

“Ik had het boek gesloten, maar nu knaagt het weer: wat als blijkt dat mijn adoptie niet volgens de regels is gegaan. Zou ik toch nog verwanten kunnen vinden? Moet ik weer op zoek gaan?” Toch is ze blij dat dit onderzoek er komt. Al merkt ze dat het, net als bij haar, ook bij andere geadopteerden veel onrust en onzekerheid teweeg brengt. “Maar uiteindelijk verandert dat niet wie je bent, je moet er mee dealen.”

Negatieve beeldvorming
Stichting Interlandelijk Geadopteerden ondersteunt het pleidooi, al heeft het onderzoek voor hen minder prioriteit. “Wij willen vooral wat doen aan het beeld dat elke geadopteerde uit het buitenland gestolen is”, stelt Jurrijn Tack van de stichting. Volgens hem hebben geadopteerden daar last van. “Het is niet overal goed gegaan, maar een heel groot deel van de geadopteerden is tevreden met hun leven hier.”

Om een einde te maken aan de discussie over adoptie juicht ook hij een breed onderzoek toe, al wil hij benadrukken dat het “geen wondermiddel is om alles boven tafel te krijgen”.

Parlementaire enquête
Het meest uitgesproken zijn geadopteerden die zich verenigd hebben in de United Adoptees International. Ze vinden dat het onderzoek dat de minister voorstelt lang niet ver genoeg gaat, en willen dat ook gekeken wordt naar de rol van bemiddelingsorganisaties, naar veel meer landen en naar de periode na 1998. “Internationale adoptie is in onze ogen een frauduleus systeem, waar de Nederlandse overheid aan meewerkt”, zegt voorzitter Chamila Seppenwoolde.

Ook heeft ze haar twijfels bij de keuze voor een onderzoekscommissie. “In hoeverre is deze commissie onafhankelijk? En het gaat om georganiseerde criminaliteit, in hoeverre kun je dat laten uitzoeken door een commissie?” De organisatie wil dat de Tweede Kamer een parlementaire enquête instelt om internationale adoptie in Nederland tot op de bodem uit te zoeken.

De opdracht van de commissie
De nog in te stellen commissie richt zich met het onderzoek op adopties uit Bangladesh, Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka, in de periode van 1967 tot 1998. “De commissie moet onderzoeken wat de feitelijke gang van zaken is geweest en wat de rol van de Nederlandse overheid daarbij was. Daarbij is het van belang om te weten of het ging om actief handelen van overheidsfunctionarissen, dan wel om medeweten van de overheid. En indien er sprake blijkt te zijn van betrokkenheid van de Nederlandse overheid bij misstanden, moet bekeken worden of die betrokkenheid structureel of incidenteel van aard was”, aldus het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Zie hier de brief die UAI gestuurd heeft aan de Vaste Tweede Kamer Commissie: LINK